De prijs voor een huurwoning is in juli dit jaar gestegen met gemiddeld 4,9 procent, meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. De stijging is lager dan een jaar geleden. Toen stegen de prijzen met 5,4 procent, de grootste gemiddelde huurverhoging in 30 jaar tijd.

Dit jaar vallen de cijfers niet veel lager uit. Met name de huurprijzen van de sociale huurwoningen in het bezit van woningcorporaties zijn hard gestegen. De corporaties hebben ongeveer twee derde van die huurwoningen in handen. Daar gaat het dit jaar om een gemiddelde prijsstijging van 5,1 procent.

Sociale huurwoningen van overige verhuurders stegen iets minder hard, met ongeveer 4,7 procent.

Vrije sector

In de vrije huursector stegen de huren minder hard dan in de sociale huursector. Daar gaat het om een stijging van 4,4 procent. Ook dat is lager dan vorig jaar, toen de vrije sectorhuur nog met 5 procent steeg.

Of een huurwoning wordt aangemerkt als sociale huurwoning of vrije sectorwoning hangt onder andere af van de prijs van de woning. Bij de start van een huurcontract moet worden bekeken hoeveel punten de woning waard is. Op basis daarvan wordt een huurprijs vastgesteld.

Komt de prijs boven de 1185 euro uit dan wordt de woning aangemerkt als vrije sector-woning. Woningen onder de 900 euro worden aangemerkt als sociale huurwoning. Als de waarde daartussen valt, wordt het huis aangemerkt als middenhuurwoning.

Huurbevriezing

Dit jaar was er sprake van dat er een huurbevriezing zou komen. De toenmalige coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB sprak af dat de huren van sociale huurwoningen in juli dit jaar en volgend jaar niet omhoog zouden gaan.

Dat leverde verzet op van de woningcorporaties. Door misgelopen huurinkomsten, zouden zij minder woningen kunnen bouwen, was hun verweer. De corporaties stapten naar de rechter om de huurbevriezing aan te vechten.

Na de val van het kabinet trok demissionair minister Keijzer de huurbevriezing in en konden de huren in de sociale sector worden verhoogd.