Meer dan de helft van de mensen maakte zich het afgelopen jaar geen zorgen over hun financiële toekomst en bijna 80 procent was tevreden over hun geldzaken. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Inkomen, leeftijd en geslacht bepalen in hoeverre mensen zich zorgen maken en tevredenheid zijn of niet. Zo was meer dan een derde van de mensen in de laagste inkomensgroepen (38 procent) het meest ongerust over hun financiële toekomst. Het CBS zag dat hoe meer inkomen er was, hoe minder zorgen er waren.
Ouders van eenoudergezinnen waren het minst vaak tevreden. Volgens het CBS heeft dat ook te maken met hun doorgaans lagere inkomen.
Huurders die huurtoeslag ontvingen, maakten zich het vaakst zorgen (37 procent). Huiseigenaren waren dan weer minder somber (21 procent). Ook hier hebben huurders volgens het CBS gemiddeld een lager inkomen en huiseigenaren gemiddeld een hoger inkomen.
Het aantal mensen dat zich grote zorgen maakte over hun financiële toekomst nam in 2022 flink toe. Vooral de oorlog in Oekraïne en de hoge inflatie waren daarvan de oorzaak.
Maar inmiddels krabbelt die tevredenheid toch weer op. Dat komt volgens CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen doordat mensen meer geld te besteden hebben: “De cao-lonen gingen hard omhoog, net zoals het minimumloon. Daardoor gingen de meeste mensen met betaalde banen er weer op vooruit, en dat zie je nu terug in deze cijfers.”
Toch blijft het consumentenvertrouwen erg laag, zegt Van Mulligen: “En dat is best gek, want we geven veel geld uit. Mensen kopen meer spullen en zijn dus meer tevreden over hun financiën, maar dat vertrouwen groeit niet.”
Toekomst
De financiële tevredenheid voor aankomende jaren is volgens Van Mulligen lastig te voorspellen. Dat komt onder meer door de economische onzekerheid die is ontstaan door de handelsoorlog na het aantreden van de Amerikaanse president Trump.
“We weten dat er onzekerheid is en dat is meestal geen goed nieuws”, zegt Van Mulligen. Toch wijst hij erop dat de economie nog groeit, er nog geen grote werkloosheid is en de lonen nog blijven stijgen.