Na 20 jaar voorbereiding is het Nederlandse bedrijf Avantium begonnen met de productie van bioplastic in de haven van Delfzijl. De chemische fabriek is inmiddels gedeeltelijk opgestart. Begin volgend jaar moeten de zogenoemde ‘PEF-flesjes’ voor de verpakking van vruchtensappen in de schappen van de supermarkt liggen.

Uit bijvoorbeeld de resten van landbouwproducten of houtsnippers worden industriële suikers gehaald. Deze fructosesiroop wordt in de fabriek in Delfzijl omgezet in het basismateriaal voor bioplastic (PEF). Deze PEF wordt geleverd aan bedrijven die het gebruiken als alternatief voor plastic uit olie. Het gaat onder meer om Albert Heijn, het cosmeticamerk Dior en bierbrouwer Carlsberg.

Zodra bewezen is dat de fabriek de beloofde kwaliteit stabiel kan leveren, moet het concept verkocht worden aan nog veel grotere chemische fabrieken. Op dat moment wordt PEF wereldwijd een serieus alternatief voor het traditionele plastic. Naarmate het gebruik van aardolie vanwege klimaatbeleid vermindert, neemt de vraag naar PEF toe, verwacht Avantium.

De fabriek werd al in oktober vorig jaar officieel geopend door Koningin Máxima. Toch was het daarna nog even de vraag of Avantium de eindstreep zou halen. Vanwege een aantal constructiefouten bij de bouw is de oplevering drie maanden uitgesteld.

Hierdoor kwam Avantium in financiële problemen. Banken, investeerders en uiteindelijk ook de overheid moesten vorige week over de brug komen met een nieuwe kapitaalinjectie. Dit om te voorkomen dat de fabriek al zou omvallen nog voor de productie echt is gestart.

Er worden ook extra aandelen uitgeven waardoor de waarde van die aandelen is verminderd. Sinds de beursgang in 2017 is het aandeel Avantium gedaald van 63 euro naar negen euro.

Bestuursvoorzitter Tom van Aken gaat ervan uit dat financiële problemen nu opgelost zijn en verwacht in 2027 winst te kunnen maken. “Het was ontzettend intensief en spannend om er voor te zorgen dat je alle partijen meekrijgt om vertrouwen te houden in dit project.”

Vlak naast het Chemiepark in Delfzijl, waar Avantium begon in een oude brandweerkazerne, staat inmiddels een forse fabriek. Die ziet er op het oog uit als een traditionele petrochemische fabriek met grote opslagtanks die verbonden worden met een groot aantal buizen. De basis voor de productie is nu fructosesiroop afkomstig van tarwe uit Frankrijk. “In de toekomst verwachten we dit soort siroop te kunnen maken van textielafval of houtsnippers,” vertelt Van Aken.

Dat het twintig jaar geduurd heeft voor de productie kan beginnen, is volgens Van Aken niet raar. “Dit is de eerste keer dat een startup een nieuw plastic naar de markt brengt. Dat gebeurde in het verleden alleen door hele grote bedrijven.”

Er is eerder bioplastic gefabriceerd, maar die kan volgens Van Aken niet tippen aan de kwaliteit van plastic uit olie. “Het mooie van dit project is dat we een product maken dat superieur is ten opzichte van plastics uit aardolie.” Zo blijven volgens Van Aken vruchtensappen in PEF-flesjes langer houdbaar dan in PET-flesjes uit aardolie.

De duurzaamheid van PEF zit volgens Avantium niet alleen in het feit dat er geen aardolie aan te pas komt. Uit een eerste onderzoek blijkt volgens het bedrijf ook dat PEF in het milieu iets minder slecht afbreekt dan traditioneel plastic. Toch moeten ook de flesjes van Avantium, net als die van plastic uit aardolie, gerecycled worden. Ook omdat er maar een beperkte hoeveelheid biomassa beschikbaar is.

Biomassa is in de nabije toekomst niet alleen nodig voor biochemie en vervanging voor allerlei materialen die nu van plastic uit olie gemaakt worden. Het wordt ook gebruikt als vervanging of voor het bijmengen van bijvoorbeeld diesel en kerosine om de lucht- en scheepvaart te verduurzamen.

“Het eerste dat we moeten doen is zorgen dat er genoeg voedsel is,” zegt Van Aken. “Mijn mening is dat je daarna die biogrondstoffen inzet om materialen te maken. Materialen kunnen lang gebruikt en gerecycled worden dus uiteindelijk is dat een veel beter gebruik dan energietoepassing.”